Wat is een posttraumatische stress stoornis (PTSS)?

Een PTSS is een ernstige stressreactie die ontstaat na het meemaken van een schokkende, onverwachte gebeurtenis waarin de persoon zich ontzettend bedreigd, angstig of hulpeloos gevoeld heeft. Zo’n gebeurtenis heet een trauma. Voorbeelden van traumatische gebeurtenissen zijn:

  • het slachtoffer zijn van seksueel misbruik
  • fysieke mishandeling of andere ernstig geweld
  • het meemaken van een ernstig ongeluk
  • nare ervaringen gedurende behandeling in de psychiatrie, zoals separatie

Het overlijden van een naaste of heftige life-events zoals een scheiding, kunnen erg vervelend en pijnlijk zijn, maar zijn geen trauma’s in engere zin.

Het meemaken van ernstige trauma’s kan tot allerlei stoornissen leiden, zoals depressie, persoonlijkheidsproblematiek, psychose, middelengebruik en sociale angst. Heel erg veel cliënten met psychosen hebben ernstige trauma’s meegemaakt in hun leven. Deze trauma’s hebben vaak veel invloed op de klachten van de cliënt. Veel cliënten denken ook vaak veel terug aan de nare dingen die zij mee hebben gemaakt. Slechts een deel van deze cliënten heeft echter ook een PTSS.

Kenmerkend voor PTSS zijn de levendige herbelevingen van de trauma’s; de vermijding van prikkels die aan de trauma’s doen denken; en gevoelens van ‘afstomping’ of juist verhoogde prikkelbaarheid.

Onderstaande kenmerken zijn belangrijk om in ogenschouw te nemen. Bij PTSS zien we:

  1. De cliënt maakte een ernstig trauma mee, waarbij:
    • a. Hij/zij zelf slachtoffer was of direct getuige was (het zag gebeuren)
    • b. Hij/zij in levensgevaar was of fysieke grenzen werden overschreden
    • c. Hij/zij op dat moment grote angst of hopeloosheid ervoer.
  2. Levendige herbelevingen, waarbij:
    • a. De cliënt een specifiek moment van het trauma steeds opnieuw beleeft in gedachten, beelden of dromen
    • b. Deze herbelevingen onvrijwillig het bewustzijn binnen dringen en het functioneren van de cliënt verstoren
    • 3. Vermijding van zaken die de cliënt herinneren aan de trauma’s, zoals bepaalde plekken, activiteiten, mensen of voorwerpen
    • 4. Slaapproblemen, prikkelbaarheid, schrikachtigheid, of erg alert zijn op mogelijk gevaar.

NB Als het om (vage) herinneringen gaat, vertellen cliënten vaak dat ze veel aan het trauma moeten denken, maar niet dat zij specifieke concrete situaties van toen en daar steeds herbeleven. Als er geen sprake is van herbelevingen, is er ook geen sprake van een PTSS!

Denkt u dat u een PTSS heeft en heeft u ook psychotische klachten (gehad)? Bespreek dit dan met uw behandelaar.